Meer over alpaca's
Voor de shows heeft de Alpaca Association Benelux recent een nieuw kleurenprotocol opgesteld, waarin de verschillende kleuren duidelijk worden omgeschreven en nieuwe subgroepen zijn gedefinieerd. Het overzicht van het alpaca aanbod gebruikt dezelfde kleurenverdeling.
Het kleurenprotocol bestaat uit 7 primaire categoriën, die weer onderverdeeld zijn in subgroepen.
De kleur van een alpaca wordt bepaald op de huid van het dier. Specifiek gat het dan om de kleur in het midden van het zadel: ca 10cm onder de ruggengraat, midden tussen de voor- en achterpoten.
Voor het bepalen van de kleur wordt de ARI-kleurenkaart gebruikt. Als een dier tussen verschillende kleuren zit, wordt voor de donkerste kleur gekozen.
Over het algemeen wordt uniformiteit in de wolkleur op prijs gesteld. Dat maakt de verwerking van de wol immers makkelijker. Om een dier in te delen in een van de basiskleuren wit, beige, fawn, bruin of zwart, is het dan ook belangrijk dat de wolkleur over het hele lichaam gelijk is.
Vlekken of spots worden in het kleurenprotocol omschreven als "een afgebakend gebied met een duidelijke begrenzing, waarvan de vezels 2 kleuren of meer afwijken van de basiskleur". Een tintverschil volgens de ARI-kleurenkaart (bijvoorbeeld delen van de vacht die lichtfawn zijn, waarbij de basiskleur donkerfawn is) wordt nog steeds als een uniform (effen) dier gezien.
Voor de categoriën grijs en meerkleurig zijn weer specifieke regels en subgroepen, die behandelen we hieronder.
In de Benelux zijn witte alpacas vrij populair. Traditiegetrouw is de witte klasse op de alpacashows verreweg het grootst. Binnen de witte kleurgroep zijn er verder geen subgroepen; elk wit dier dient met minimale tintverschillen duidelijk wit te zijn.
Ook de beige categorie is vrij eenduidig: een dier moet duidelijk beige zijn, waarbij lichte tintverschillen zijn toegestaan.
Met fawn wordt een licht-geel-bruin achtige kleur bedoeld. Deze kleur is donkerder dan beige, maar lichter dan bruin, waar je enigszins een gele gloed in kunt zien. Binnen de kleurgroep fawn zijn 3 tinten: licht fawn, middel fawn, en donker fawn. Ook voor fawn geldt dat tintverschillen toegestaan zijn.
Bruine alpacas worden onderverdeeld in licht, middel, en donkerbruin. Tintverschillen binnen bruin, ook in het zadel, zijn toegestaan om als uniform dier te worden gecategoriseerd. Ook mogen bruine dieren donkerdere vezels, richting zwart, naar de uiteinden van het lichaam hebben.
Een zwarte alpaca is ofwel "Bay Black" (bruin zwart) of "True Black" (blauw zwart). Hierbij wordt "bay black" (bruin zwart) herkend als een dier waar de vezels aan de huid zwart zijn maar in de uiteinden bruiner worden. Bij "true black" (blauw zwart) is de kleur van de vezel uniform.
De kleurgroep grijs kent meer variatie dan de eerder genoemde basiskleuren. In de basis wordt een alpaca grijs genoemd als de hoofdkleur grijs is of grijs lijkt, waarbij vlekken of puntjes van andere kleuren zijn toegestaan over het hele lichaam.
Volgens het kleurprotocol zijn de volgende kleuren in de grijze klasse te onderscheiden:
Een alpaca is meerkleurig als het 2 of meer kleuren heeft over het gehele lichaam, die niet past onder de definitie van een van de grijze kleuren, en waarbij meer dan 20% van het lichaam de afwijkende kleur heeft.
Het kleurprotocol onderscheid de volgende meerkleurige dieren,
Het kleurprotocol is wat moeilijk te vinden. Het is onderdeel van het showreglement, bijlage 3. Download versie 2020 hier.